woensdag 11 oktober 2017

Selfie en snapshot in de 19e eeuw met Kodak

De Selfie, het snapshot en de ‘I-camera’ waren er al in 1888 dankzij kleine, handzame camera’s zoals de Kodak. Dat blijkt uit de schat aan fotomateriaal en fotoalbums, waaronder het vroegste Nederlandse Kodakalbum (nu in het Rijksmuseum) en fotoseries gemaakt door Nederlanders op reis, die kunsthistorica Mattie Boom ontsloot voor haar proefschrift. Ze promoveerde vrijdag 6 oktober 2017 aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Boom, conservator fotografie van het Rijksmuseum, onderzocht voor haar proefschrift ‘De opkomst van de amateurfotografie in Nederland 1880 - 1910’ onder meer de opkomende verenigingen voor amateurfotografie in de late 19de eeuw en foto’s en albums van de snelgroeiende groep anonieme doe-het-zelvers. Het dagelijks leven was voor het eerst onderwerp, net als in onze hedendaagse beeldcultuur. De camera ging altijd mee: naar buiten, op uitstapjes, op reis met familie.

Vooral de jongeren gaven de fotografie een impuls. In 1890 telt Nederland 1000 amateurfotografen, vooral in hogere kringen. In 1895 zijn dat er 5000 en in 1898 ongeveer 10.000. Na 1900 groeit het aantal amateurfotografen exponentieel en vind je hen in steeds bredere kring. In de jaren dertig worden jaarlijks 60.000 camera’s geïmporteerd. En na de Tweede Wereldoorlog wordt de fotografie met de Kodak Instamatic en de Agfa Clack definitief een massamedium.

Boom staat ook stil bij piepjonge ondernemers als Bram Loman, Joan Guy de Coral en Kees Ivens, die een fotohandel begonnen. Ze gebruikten de verenigingstijdschriften, tentoonstellingen en cursussen voor promotiedoeleinden. Zij veranderden het veld van de fotografie ingrijpend en markeren de overgang van een kleinschalige fotostudio naar een nieuw type detailhandel die zoveel mogelijk mensen aan het fotograferen bracht.

Deze aanvankelijk in Amsterdam gesitueerde kring was geïnteresseerd in technologie. Opvallend is dat zij ook verwoede fietsers waren en actieve leden van de toen net opgerichte ANWB. Ook het onderwijs speelde een rol. Op de HBS was de fotografie vanaf 1889 onderdeel van het scheikunde-curriculum. De Openbare Handelsschool in Amsterdam leidde op voor posities in handel en industrie. De leerlingen, zonen van bankiers en industriëlen, waren de eersten om camera’s te kopen, waarmee ze vaak wereldreizen maakten, ook naar Nederlands-Indië.

Geen opmerkingen: